Het Boerendijkse stelsel | Streekmuseum Reeuwijk

Boerenstelsel 2
17 jun

Uit Reeuwijkse Reeks 12, augustus 1998

Het plan bestaat al zo’n twintig jaar. Sinds de gemeente Oudewater haar industrieterrein aan de Noordkant had gelegd, groeide de wens van die gemeente om een uitweg naar de A12 aan te leggen. Dat betekent doortrekking van de Tuurluur en dus weer een doorsnijding van het aloude: ”Boerendijkse stelsel”: het patroon van grillige veenstroompjes tussen Oude Rijn en Hollandse IJssel.

Het overleg tussen de betrokken gemeenten (1998!) is nu zover gevorderd dat de uitvoering niet meer lang op zich zal laten wachten. In het herinrichtingsplan Driebruggen staat het bedreigde stroompje aangegeven als “historisch element, oever in te planten”.

BoerenstelselVolgens het boek “De Riviersteek door T. Vink” ontsprong de oostelijke tak van het Boerendijkse stelsel rond de tiende eeuw toen het veenpakket ten westen van Woerden in Bulwijck (zie kaart) nog boven de rivieren uitstak. Het vervolgde zijn weg in het Molenvliet en daarna in de Oude Weteringhe.Deze waterloop ligt helaas nu grotendeels onder het asfalt van de A12. Ten zuiden van deze weg kronkelt het stroompje verder naar Waarder. Zo’n 1,5 km vóór Waarder splitst het zich. Naar het noorden stroomt de “Scheijsloot”, waarschijnlijk zo genoemd omdat het op de grens van Waarder lag. Volgens het etymologisch woordenboek van Van Dale : waard = laag liggend land = werder = eiland. De Scheijsloot stroomt naar Bekenes alwaar het riviertje in de Oude Rijn terecht komt.

De andere tak zet zijn weg voort als Kerverlandse Wetering. Ook in Waarder zou zich weer een tak afgesplitst hebben naar de Rijn langs de tegenwoordige Molendijk. In Waarder komt dit veenwater een stroom tegemoet, die afkomstig is uit het hoge veen ten westen van de Enkele Wiericke in Oukoop, waarover later meer.

Nu eerst Waarder, waar de bekende archeoloog Beunder zicht verdiept heeft in de herkomst van het eigenaardige perceel “de Kromme Kamp” achter de Nederlands Hervormde kerk.
Hij vroeg zich af of deze cirkelvorm te maken zou kunnen hebben met een vroeg middeleeuwse vluchtburcht of motte, zoals we die kennen van o.a. de Krimpenerwaard. Of is het een meander van een veenriviertje dat zich in Waarder vertakt? Op grond van de accidentatie van het terrein en uit bodemonderzoek constateert hij dat de twee kromme sloten gegraven moeten zijn voorafgaand aan de grote ontginning. (Red. Van wildernis naar vruchtbare akkers en groene weiden (1000-1200))

Omdat het land er om heen nog vrijwel onbewoonbaar was in die tijd, neemt hij aan dat Waarder een steunpunt in de vorm van een burcht moet zijn geweest in deze natte wildernis. Toen nog voor de bisschop van Utrecht in zijn strijd tegen de Hollandse graven.
Aangezien er geen stenen zijn gevonden, zou het een houten burcht geweest moeten zijn. Ook vermoedt hij, dat er in de 12e eeuw een houten kerkje gestaan heeft, omdat de huidige Nederlands Hervormde kerk vlak tegen de “Kromme Kamp” staat en niet zoals te verwachten is langs de lintbebouwing van de ontginningsbasis de Achterdijk (Swartendijck).

Vanaf Waarder lopen we dan stroomafwaarts naar het westen in de richting van de Oukoopsepolder, waar zoals we eerder melden, de Oukoper Wetering ontsprongen zou zijn. Deze heeft zich dwars door de tegenwoordige polder Lange Weide naar Driebruggen geslingerd. Vanaf dat dorp meandert hij verder tot aan de “boterhoveling” (een verwijzing naar een gevlochten brug op stammetjes gelegen) waar het stroompje langs de Groendijck in Waarder terecht komt.
Ten zuiden van de Groendijck (of Voordijck) ligt dwars door de verkaveling de Swartendijk (of Achterdijk), nu het Westeinde, dat zich onder Waarder voortzet in het Oosteinde. Dit tot verrassing van Beumer, want in de middeleeuwen was de oever van het veenriviertje in het algemeen de ontginningsbasis. In dit geval dus de Achterdijk.

Zo belanden we weer in Waarder, waarvan bekend is dat het aan het eind van de 11e eeuw tot het kapittel van Sint Marie behoorde en later onder leiding kwam van ridder Gisselbert. Het diende als (vlucht)burcht in de rumoerige tijden tussen graag en bisschop. Typerend is dat de kerk van Waarder gewijd was aan Sint Pancratius, patroon van de ridders. In de 12e eeuw annexeert de familie Van Woerden de burcht tot hun ondergang aan het einde van de 13e eeuw. Wanneer de Waarderse burcht voorgoed verlaten werd is niet bekend.

Door M. Doorman-Degens

Bronnen:
Artikel Stichts Hollands Historische Vereniging in Heemtijdinghen 1985
Streekarchief Woerden – boek de Riviersteek van T. Vink.
Eigen literatuur van Doormman-Degens

Vorige Post

De Flodderbeugel