De Flodderbeugel | Streekmuseum Reeuwijk

Flodderbeugel
25 mei

Reeuwijkse Reeks nr. 11,  aug 1997

FlodderbeugelTijdens het baggeren van het veen op grote diepte – 4 meter – kwamen ook losse brokken veen boven drijven. Die hadden ook waarde als brandstof. Met een grote baggerbeugel, voorzien van een groot diep net, werden deze drijvende brokken opgevist. Aan de onderzijde -de punt – van het net werd een houtje vastgeknoopt, als handvat om het zware volle net binnenboord te hijsen. De flodderbeugel waarover het Streekmuseum de beschikking kreeg, had geen net meer. Hannes van der Star heeft er een mooi net in “gebreid”, zodat de beugel in zijn oorspronkelijke vorm weer te zien is. De foto waarop Hannes aan het werk te zien is, staat op onze socials.

Een flodderbeugel ook wel baggerbeugel, of trekbeugel genoemd, is een soort schepnet met een lange steel. De steel van de baggerbeugel is wel tot acht meter lang. Dit gereedschap werd gebruikt bij de natte vervening om veenslijk of veenbrokken mee uit een moeras of van de bodem van een water te scheppen. De wijze waarop werd gewerkt heet turftrekken of flodderen.

Aan het uiteinde van de houten steel zit een afgeplatte ijzeren ring waaraan aan de voorkant een schraapplaat is bevestigd. Aan de achterkant van de ring bevindt zich een net of mand. Het veen werd in het net aan wal getrokken of in een platte schuit gedeponeerd. De baggerspecie werd vervolgens op een legakker gelegd zodat er na ontwatering turf van kon worden gemaakt.

De natte vervening met behulp van de beugel werd omstreeks 1530 in Holland geïntroduceerd. Met de baggerbeugel was het mogelijk om veen tot zo’n vier meter onder de waterspiegel weg te baggeren, een praktijk die veentrekken of slagturven werd genoemd. Met deze (toen) nieuwe manier van turfwinning kon worden voldaan aan de groeiende vraag van de steden naar brandstof.